Afwegingen harmoniërende functies

Harmoniërende functies worden gezien als functies die bijvoorbeeld niet belastend zijn voor het grondwater, waarbij geen schadelijke stoffen worden gebruikt en er geen risico’s van doorboren beschermende bodemlagen zijn. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de afwegingen (op hoofdlijnen) om te bepalen of een functie harmoniërend kan zijn met grondwaterwinning. Vanzelfsprekend is het beheer met eventuele monitoring en hoe wordt omgegaan met risicomanagement ook van belang bij de afweging of de specifieke functie op een bepaalde plek als harmoniërend kan worden beschouwd. Ook de afweging of een nieuwe functie ten opzichte van de huidige functie een stap vooruit is.

Drinkwaterbedrijven richten Early Warning meetnet in om meer gemeten informatie te hebben over de impact van landgebruiksfuncties op het grondwater. De resultaten uit deze meetnetten bezien per functie zijn ook uitermate geschikt voor de afweging van functies en de vraag of het harmoniërend kan zijn.

Tabel 5 Overzicht van verschillende afwegingen om te bepalen of een functie harmoniërend is

Onderwerp

Vragen

Afweging

Belasting

  • Is de functie belastend voor het grondwater?

  • Vindt er uitspoeling plaats naar het grondwater?

Als de functie niet belastend is of er geen uitspoeling naar het grondwater plaatsvindt kan de functie in combinatie met drinkwaterwinning plaatsvinden.

Anders kan het scheiden van functies worden overwogen.

Gebruik stoffen

  • Worden er stoffen gebruikt die niet toegestaan zijn in beschermingszones?

  • Vindt er uitspoeling plaats naar het grondwater?

Als er geen middelen (bijvoorbeeld gewasbeschermingsmiddelen) worden gebruikt, kan de functie in combinatie met drinkwaterwinning plaatsvinden.

Anders kan het scheiden van functies worden overwogen.

Grondwateraanvulling of onttrekking

  • Wordt er op grote schaal grondwater onttrokken?

  • Vindt er grondwateraanvulling plaats?

Als er niet op grote schaal grondwater wordt onttrokken of als er zelf (schoon) grondwater wordt geïnfiltreerd, kan de functie in combinatie met drinkwaterwinning plaatsvinden.

Anders kan het scheiden van functies worden overwogen.

Doorboringen

  • Is de grondwatervoorraad beschermd door een afsluitende kleilaag?

  • Vinden er in de functie doorboringen plaats van de afsluitende kleilaag?

Als de beschikbare kleilaag niet wordt doorboord, kan de functie in combinatie met drinkwaterwinning plaatsvinden.

Doorboringen van kleilagen in een beschermingsgebied zijn ongewenst dus het scheiden van functies moet worden overwogen.

Calamiteiten

  • Zijn er risico’s op calamiteiten vanuit de functie?

    • Zoals lekkages naar het grondwater

    • Lozingen van stoffen op oppervlaktewater

  • Zijn de risico’s te beheersen?

  • Is er een calamiteitenplan in werking?

Als er geen risico’s zijn op calamiteiten of als de risico’s voldoende beheerst worden, kan de functie in combinatie met drinkwaterwinning plaatsvinden (eventueel met voorwaarden om risico’s te beheersen).

Anders kan het scheiden van functies worden overwogen.

Handhaafbaarheid

  • Is het functiegebruik in het gebied goed handhaafbaar?

    • Gecompliceerdheide functie met eventueel deelfuncties

    • Grootte terrein

    • Kennis van handhavers

Als het goed handhaafbaar is, kan de functie in combinatie met drinkwaterwinning plaatsvinden (eventueel met voorwaarden om risico’s te beheersen).

Anders kan het scheiden van functies worden overwogen.

Groene lijst

Vanuit de drinkwaterbedrijven is al eerder de behoefte geuit om te komen tot een ‘Groene lijst’ van vormen van landgebruik, handelingen en activiteiten die zich goed laten combineren met waterwinning, of toekomstige drinkwaterwinning. Tegelijkertijd is er behoefte aan het opstellen van Zwarte, Grijze, Witte lijsten voor landgebruik, handelingen of activiteiten die niet, alleen onder voorwaarden, of op bepaalde locaties, respectievelijk wél toelaatbaar zijn. Maar wat hoort op welke lijst en welke criteria gelden om op een lijst te komen? Deze lijsten kunnen niet uitputtend zijn. In de loop der tijd kunnen nieuwe inzichten leiden tot aanvullingen of wijzigingen.

De omgevingsverordening is bepalend voor welke nieuwe functies onder welke voorwaarden wel/niet in beschermingszones kunnen plaatsvinden. De inventarisatie en afweging van risicovolle functies per grondwaterbeschermingsgebied dan wel verbodzone diepe boringen vindt periodiek plaats in het gebiedsdossier. Ook worden in het gebiedsdossier bekende ontwikkelingen opgehaald bij gebiedspartijen. Daadwerkelijke maatregelen of acties volgen uit het uitvoeringsprogramma. Drinkwaterbedrijven zetten daarnaast in op omgevingsmanagement door intensief in contact te blijven met gebiedspartijen en overkoepelende (regionale) organisaties en in te spelen op nieuwe ontwikkelingen.