Begrenzing aan de onderkant
Voor de begrenzing aan de onderkant bestaan de volgende bouwstenen (zie volgende figuur):
Bouwsteen IV
Bouwsteen IV: definitie van generieke criteria waaraan een fysieke barrière moet voldoen om te kwalificeren als hydrologische basis. De ondergrens van beschermingszones valt dan samen met de onderkant van een dikke, aaneengesloten beschermende laag (klei of ondoorlatend gesteente), onder het onderste bepompte pakket. Onder deze laag kunnen activiteiten op basis van een vergunning toegestaan worden.
De aangewezen laag moet recht doen aan de geologische opbouw, en moet dus van plaats tot plaats kunnen verschillen. Op dit moment is er nog geen beoordelingssystematiek voor de beschermende werking van kleilagen voor temperatuurdoorwerking beschikbaar. Vanwege de praktische hanteerbaarheid ligt het voor de hand om toe te werken naar een diktecriterium waarbij onzekerheidsmarges zijn inbegrepen. Om dit criterium te onderbouwen dienen zowel de thermische als hydrologische kenmerken van kleilagen, watervoerende pakketten en een eindscenario van een voorgenomen activiteit meegenomen worden. Daarnaast is het noodzakelijk om een maximaal toelaatbare temperatuurverhoging van het bepompte pakket als uitgangspunt vast te leggen, om activiteiten met een netto temperatuur-verhogend effect (zoals Hoge Temperatuur Opslag) te kunnen beoordelen.
Bouwsteen V
Bouwsteen V: Indien de kleilaag op basis van landelijke criteria niet kwalificeert als hydrologische basis, geldt in eerste instantie het "nee tenzij"-principe. Zodra initiatiefnemers met een risico-beoordeling hebben aangetoond dat de risico's voldoende beheersbaar worden gemaakt met preventieve en mitigerende maatregelen, kan een lichter beschermingsregime worden ingevoerd. In dit proces hebben provincies en initiatiefnemers elk hun verantwoordelijkheid. Provincies staan aan de lat voor het formuleren van en toetsen aan doelvoorschriften. Onder regie van de provincies wordt een risicoanalyse uitgevoerd om te beoordelen of een aanwijsbare fysieke barrière voor specifieke functies voldoende bescherming biedt om als ondergrens te kunnen dienen. Hiervoor zijn afspraken over de te hanteren criteria (geaccepteerde maximale temperatuurstijging in bepompt pakket) en uitgangspunten van de risicoanalyse noodzakelijk. Zo dient bijvoorbeeld rekening gehouden te worden met de mogelijkheid van cumulatie van effecten: hoe tellen talloze activiteiten onder de beschermende laag bij elkaar op?
Het is aan de initiatiefnemers om technologische ontwikkelingen, monitoring en onderzoek te initiëren, gericht op het beheersbaar maken van de risico's door preventie en mitigatie. Zodra initiatiefnemers aan kunnen tonen dat aan de doelvoorschriften wordt voldaan, kunnen activiteiten vergund worden (bouwsteen IV).
De industriestandaard voor olie en gaswinning is een voorbeeld van een innovatietraject dat door de geothermie-sector is ingezet. Ook voor deze bouwsteen zijn afspraken over de criteria (maximale temperatuurstijging) en uitgangspunten (o.a. cumulatie) gewenst. Van belang is dat niet de omvang van de activiteit, maar de effecten van de activiteit bij de risicoanalyse centraal staan, en hoe deze beheersbaar kunnen worden gemaakt.
Figuur: Voorstellen voor het begrenzen van beschermingszones aan de boven- en onderkant op basis van beschermende lagen.
Toepassing op ASV's
De afwegingen en bouwstenen kunnen ook worden toegepast op ASV’s. Welke bouwsteen dan past is eveneens afhankelijk van de ligging van de beschermende lagen, maar ook van de ‘grootte’ van de ASV (zie 'Voorstel bescherming ASV's'). Zo geldt bijvoorbeeld bij Bouwsteen I dat voor grote ASV’s op basis van een risico-beoordeling kan worden besloten om binnen afgekaderde gebieden een beperkte aantasting van de beschermende laag te accepteren, mits de kwaliteit van de watervoorraad afdoende beschermd blijft ten behoeve van de drinkwaterfunctie. Bufferzones voor bescherming aan de zijkant zijn voor grote ASV’s niet functioneel. De buffer is daar immers al binnen het aangewezen ASV-gebied aanwezig.
Bouwstenen IV en V zijn ook van toepassing voor ASV’s. Echter, voor grote ASV’s is voor bouwsteen V een risico-beoordelingskader vereist waarin ook de ruimtelijke aspecten expliciet worden meegenomen. Op deze manier kan ontwikkelruimte in de ondergrond worden geboden met behoud van bescherming van voldoende grote grondwatervoorraden om de drinkwatervoorziening ook op de lange termijn vast te stellen.